donderdag 31 januari 2013

donderdag 3 januari 2013

Koud water

Het was donker, en dat ene waxinelichtje dat hij aangestoken had gaf amper licht. Ik wachtte, en omdat het zo donker was leken alle geluiden extra op te vallen. Hoorde ik hem nou de trap op komen? Ik ademde steeds moeizamer. De spanning vloog me naar de keel. Waar bleef hij toch? Had ik het verkeerd gehoord en kwam hij nog niet naar boven?

Met een zucht liet ik mijn adem ontsnappen en merkte toen pas dat ik mijn adem al even ingehouden had. Ik kalmeerde, mijn ademhaling werd rustiger, maar het kippenvel, dat al even op mijn armen stond, bleef. Ik begon het koud te krijgen, daar kwam dat kippenvel vast door. De sensuele spanning die mij in z’n greep had gehad vanaf het moment dat hij had aangegeven te willen spelen die avond, maakte langzaam plaats voor ergernis. Hij kon er dan wel een kick uit halen te weten dat ik op deze manier op hem lag te wachten, maar mij deed ’t helemaal niks, ik kreeg het alleen maar koud. Dat maakte ik mezelf tenminste wij.

In werkelijkheid wist hij maar al te goed dat ik me te ergeren. En dat was precies zijn doel. Hij wist dat ik er opstandig van werd, en daar was hij wel voor in de stemming vanavond. Hij wist ook dat het net even wat langer zou duren voor ik weer opgewonden was, maar was dat werkelijk zijn probleem? Nee, hij was echt in de juiste mood vanavond. Al jarenlang speelden ik af en toe wat, en had ik laten doorschemeren dat het wat mij betreft harder, heftiger en vaker mocht. In het begin moest hij daar niks van weten maar nu begon hij er de lol van in te zien. Hij was boven en schonk een kop koffie in en voor mij vulde hij een plastic bekertje met koud water.

Heel stilletjes sloop hij de trap op. Hij had mij al even niet gehoord, want ook al dacht ik van niet, hij had wel degelijk geluisterd onder aan de trap. Hij had mij ook horen mompelen in mezelf toen het mij te lang ging duren. Geduld was iets waar ik duidelijk nog in moest oefenen. Dat zou ik snel genoeg leren. Hij liep de kamer binnen, en bleef heel even naar me kijken. Ik sliep, heel ontspannen. Zo sliep ik altijd als mijn handen geboeid waren aan het hoofdeind van het bed. Net alsof ik me alleen dan kon losmaken van de alledaagse beslommeringen. Binnensmonds lachend liep hij naar mij kant van het bed en ging op de rand zitten. Zijn koffie zette hij neer, het bekertje koud water hield hij boven mijn lichaam. Heel langzaam liet hij wat van het koude water op mijn borsten druppelen. Ik schrok wakker, rukte aan de boeien om mijn polsen. “Hé joh! Ik heb het al zo koud!” riep ik uit. Meteen realiseerde ik me dat ik dat beter niet had moeten doen. Zijn glimlach was als bevroren, zijn ogen ijskoud. Met ongeduldige bewegingen maakte hij mijn polsboeien los van het bed en gebood mij rechtop te gaan zitten. Het bekertje water kreeg ik overhandigd: ”Opdrinken, in 2 grote slokken!”

Ik zuchtte diep en nam met grote teug van het ijskoude water. En nog één. Helaas, het bekertje was nog niet leeg. Wel kreeg ik het nog kouder. Hij goot de rest van het water over mijn hoofd, mijn koude natte haren plakten aan mijn gezicht. “Meekomen!” beet hij mij toe terwijl hij met grote passen naar de douche beende. De boeien zaten nog om mijn polsen, en daarmee zette hij mij vast aan de stang van de douchekop. Normaal zette hij altijd eerst de kraan aan zodat het water op temperatuur kon komen voor hij mij er onder zette. Deze keer nam hij die moeite niet, ik had niet verdiend dat hij zich inspande voor mijn comfort.

dinsdag 1 januari 2013