donderdag 13 oktober 2011

Het is lang geleden

Het is lang geleden dat we elkaar zagen, zeg je spijtig als we de kamer betreden. Ik wil de schade inhalen, deel je me zakelijk mee. Heel soms krijg ik een glimp mee van wat er in je omgaat. Stille donkere wateren die borrelt. Een mysterieuze energie en vastberadenheid straal je uit, terwijl je me doordringend aankijkt. Ik huiver, en geef me over aan jou.

Je aandacht verslapt, zeg je als je me stevig vastbind. Dat kan een stuk beter. Maar goed, het is jouw keus. Intussen sta ik met de armen stevig op de rug vastgebonden voor je. Doordat mijn ellebogen aan elkaar vastgebonden zijn worden mijn schouders strak naar achter getrokken. Je draait me om en kijkt me aan. Zo, daar sta je mooi rechtop. Nu lijk je een stuk gedisciplineerde. Ik durf niet op te kijken als je een knevel aanbrengt. Je legt een hand op mijn schouder en beveel me om op mijn knieen te zitten. Je leest me de les hoe ik een betere slavin kan zijn, wat je van me verwacht. Ik knoop elk woord in mijn oren. En toch geloof ik niet dat je me begrijpt, zeg je. Ben verbaast over deze opmerking en wil wat zeggen maar bedenk me en zeg niets.

Je legt een blinddoek om en dirigeert me naar de andere kant van de kamer. Armen omhoog, beveel je. Twee lussen gaan om mijn polsen. Je trekt mijn armen aan het touw omhoog en wijd uit elkaar. Het dwingt me om op mijn tenen als je ook lussen om mijn enkels legt en ze uit elkaar dirigeert. Ik sta gespannen. Je haalt de balknevel stevig aan en legt een halsband om mijn nek. Met een touw kan de spanning geregeld worden. Dan leg je mijn bovenbenen en ellebogen vast, zet knijpers op mijn tepels. Je laat me alleen, wachten en voelen. Je hakken tikken kordaat de kamer uit. De deur valt in het slot. Lange tijd sta ik te luisteren naar geluiden. Mijn polsen knellen, de knevel snijdt in mijn mondhoeken. Warm en koud worden mijn tepels van de felle knijpers. Ik probeer er niet aan te denken. Ik luister naar mijn adem en zie mijn gedachten voorbij trekken. Waarom ben ik niet attenter geweest, verwijt ik mezelf.

Je weet nu hoe afwezigheid voelt. Ik schrik als je geruisloos voor me staat. Laat het niet weer gebeuren, zeg je scherp. Hoe mijn aanwezigheid voelt ga je nu meemaken. Je pakt de wasknijpers van mijn rode en pijnlijke tepels. Felle pijn en een heerlijk genot als je de pijn wegmasseert. Dan zet je ze onverbiddelijk terug. Je neemt de favoriete zweep een slaat mijn hele voorkant warm. Elke centimeter wordt geraakt, mijn benen, dijen, borst en armen. De wasknijpers vliegen door de ruimte, ik kerm. Wat?, doet het zeer?, zeg je fel. Ik zal je wat afharden en trekt de touwen, halsband en knevel stevig aan. Dan laat ik me gaan en ziet toe hoe ik in een roes verdwijn. Afwisselend neem je enkele zwepen of je blote handen om mij te leren luisteren. Ik ruk aan de touwen, heb geen ruimte. Ik kreun, vang mezelf in korte pauzes op. Dan stop je en voel ik je handen over mijn lichaam strelen. De handen die zo genadeloos waren zijn nu liefdevol en warm.

Je maakt me los en ik kniel voor je neer met het hoofd gebogen, maar trots dat ik de slagen getrotseerd heb. Je kijkt me glimlachend aan en dirigeert met een zweep mijn hoofd omhoog. Het valt niet mee hé, zeg je. Ik ben nog lang niet klaar met me, zeg je als je voorover gebogen mijn armen weer vastbind op mijn rug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten