maandag 8 maart 2010

Spanning

Het is weer eens later geworden dan de bedoeling was, maar om kwart voor zeven trek ik dan toch eindelijk de deur van mijn kantoor achter me dicht. Als laatst vertrekkende moet ik het alarm instellen. Ik doe de voordeur op slot. Genietend van het avondzonnetje loop ik met mijn tas over de schouder naar mijn auto, ondertussen peinzend over wat ik eigenlijk nog allemaal moet doen. Wanneer ik bijne bij mijn auto ben voel ik, dat er iemand achter me is komen lopen. Ik heb echter geen tijd om me om te draaien want op hetzelfde moment voel ik dat er een hand voor mijn mond wordt gehouden. In mijn linkeroor wordt kortaf gesnauwd, geen kik trut. Verstijfd van schrik besef ik amper wat er gebeurt, laat staan dat ik bedenk dat ik zou moeten schreeuwen, schoppen, proberen los te komen. Voor ik het in de gaten heb, krijg ik een soort zak over mijn hoofd. Plotseling is alles zwart. Omdat ik me niet meer kan oriënteren, laat ik me redelijk eenvoudig meevoeren naar, wat later blijkt, een bus. Pas wanneer mijn belager de schuifdeur aan de rechterkant opent, begin ik tegen te spartelen. Dan is het echter al veel te laat, want zonder pardon word ik opgetild en op een soort stoel neergezet. Mijn tas hoor ik op de grond vallen. Met een klik zitten mijn handen in twee polsboeien. Vervolgens worden mijn handen vakkundig vastgezet aan iets wat boven mijn hoofd moet hangen. Al zou ik willen, ik kan werkelijk geen kant meer op. Even gebeurt er niets, ik zit vastgeketend, in het donker. Wel ruik ik zijn geur, aftershave vermengd met zweet, jasses. Ik trek een vies gezicht onder de zak. Hoor zijn ademhaling. Hoewel mijn hart in mijn keel klopt, maakt de lichte paniek plaats voor een soort berusting een lichte opwinding zelfs. Dan voel ik hoe mijn blouse wordt losgeknoopt en daarna enigszins aan de kant geschoven, zodat mijn schouders en blote buik zichtbaar worden. Mijn bh ondergaat een minder fortuinlijk lot, die wordt met een mes aan de voorkant zonder pardon doorgesneden. Ik ril bij de aanraking van het mes op mijn huid. Mijn borsten springen vooruit. Mijn tepels zijn van angst, of is het opwinding, hard geworden en steken parmantig vooruit. Mijn linkertepel wordt hardhandig vastgepakt en even venijnig gedraaid. Ik kan een kreet van pijn niet onderdrukken, maar tegelijkertijd voel ik een opwindende kriebel in mijn onderbuik.

Geen kik had ik gezegd, slet en hij geeft een tik tegen mijn rechterborst. Mijn maag draait zich enigszins om van opwinding. Dan voel ik hoe er aan mijn handen, nee aan de polsboeien wordt getrokken. Ik hoor een soort katrol bewegen en kan niets anders doen dan mij enigszins oprichten. Half opgericht ergens tussen zitten en staan hang ik nu uiterst ongemakkelijk. Mijn rok wordt met een venijnige ruk open geritst. Ik voel hoe hij langs mijn benen naar beneden glijdt en hoor hem op de grond vallen. Hierna ondergaat mijn slip hetzelfde lot als mijn bh. Dan merk ik dat er weer enige ruimte komt omdat hij me laat zakken, zodat ik weer kan gaan zitten. Deze opluchting is echter maar van korte duur, want nu merk ik dat het een metalen kruk of stoel is. Verschrikkelijk koud aan mijn blote billen. Meteen ontstaat een druk op mijn blaas. Hij gaat ondertussen echter gewoon verder. Nu zal ik je even goed vastzetten, kreng! Om dat te onderstrepen, klikt mijn belager een enkelboei om mijn rechterenkel. Hij pakt mijn rechterenkel, trekt eraan en zonder te beseffen wat er gebeurt, verzet ik mijn voet iets verder naar buiten. Ik hoor hoe hij mijn voet ergens aan vast klikt. Dan hetzelfde verhaal met mijn linkerenkel. Wanneer ik daarna probeer mijn voeten te verplaatsen blijkt er geen beweging meer in te krijgen. Nu kan ik echt geen kant meer op en zit ik, bijna naakt voor een mij onbekende man. Ik merk de opwinding in mijn kruis, weet bijna zeker dat ik nat ben en hoop dat het hem niet opvalt. Blijkbaar niet, want ik hoor hem zeggen, Goed, zo kun je wel even blijven zitten. Hij is voorlopig klaar met mij en ik hoor hem uitstappen, de deur dichttrekken en even later hoor ik de deur aan de bestuurderskant opengaan. Niet veel later wordt de bus gestart en voel ik dat we wegrijden.

Nu hij weg is concentreer ik me op de geluiden van de auto en de bewegingen. Met enige moeite vind ik een soort van evenwicht en weet bochten en abrupte bewegingen redelijk op te vangen. Na wat voor mij een eeuwigheid lijkt, hoor ik de bus vaart minderen en voel ik dat we afslaan. Het klinkt alsof we over grind rijden, maar zeker weten doe ik dat natuurlijk niet. Niet lang daarna stopt de bus. Ik hoor dat de motor wordt afgezet en dat de deur opengaat en weer dichtgeslagen wordt. Dan hoor ik inderdaad iemand van de bus weglopen door het grind, mij in onzekerheid achterlatend in de bus. Het geeft me echter wel de gelegenheid even stil te staan bij de situatie waarin ik me bevind. Wie is deze man? Waar heb ik dit aan de danken? Wat gaat er met me gebeuren? Voor dat ik er echter goed over na kan denken, hoor ik iemand naar de bus komen lopen. Dit keer komt de persoon in kwestie wel naar de mijn deur. Hij wordt niet kort daarna opengeschoven. Mijn voeten losgemaakt worden. Mijn handen volgen kort daarna. Wanneer ik ze voorzichtig laat zakken, voel ik dat ze licht zijn gaan slapen. Een pijnlijke prikkeling gaat door mijn handen en armen als mijn bloed langzaam terugstroomt. Tijd om hier bij stil te staan krijg ik niet want ze worden vrijwel direct achter mijn rug vastgezet. Weer word ik opgetild en uit de auto gedragen. Ik besef dat dit niet dezelfde persoon is als daarstraks, want deze persoon ruikt anders, fris, alsof hij net gedoucht heeft. Ik voel dat ik een soort trap wordt opgedragen, ongeveer vijf treden, en merk aan het veranderen van de geluiden, dat we een gebouw binnengaan. Niet lang daarna word ik enigszins hardhandig op mijn voeten gezet. Wankelend blijf ik staan.

Het volgende moment voel ik dat er iets om mijn hals wordt gedaan. Een soort halsband, vermoed ik. Ik voel dat er iets aan geklikt wordt en meteen wordt er aan getrokken. Om niet te vallen, moet ik wel meelopen. Zo te horen lopen we over een marmeren of stenen vloer. Ik hoor mijn pumps klikken bij iedere stap. Blijkbaar stoort hem dat want hij zegt al na vijf of zes passen, stop kreng! Als ik stilsta, snauwt hij, doe je schoenen uit! Nu, meteen! Ik voel dat hij mijn linkerenkel pakt en me duidelijk maakt dat ik mijn voet moet optillen. Nadat hij mijn linkerschoen heeft uitgetrokken, gebeurt hetzelfde met mijn rechter. Ik sta nu blootsvoets op een koude vloer. Een rilling gaat door me heen. Andermaal neemt de druk op mijn blaas toe. Ik kan niet voorkomen dat ik kippenvel krijg in mijn nek en op mijn armen. Maar door gaat het weer. De vloer is glad, maar nog steeds koud. Het gebouw moet behoorlijk groot zijn, want het duurt behoorlijk lang voor ik weer te horen krijg dat ik moet stoppen. Wat me meteen opvalt dat de vloer hier warmer is. Mijn handen worden losgemaakt. Voor ik het goed en wel in de gaten heb, zijn mijn blouse en resten van mijn bh verwijderd en zijn mijn handen alweer boven mijn hoofd vastgezet. Benen spreiden!, is het volgende commando. Aarzelend zet ik mijn linkervoet iets naar buiten, maar blijkbaar zet ik hem niet ver genoeg naar buiten, want bijna meteen hoor ik, wijder slet! Dit keer zet ik, angstig voor de gevolgen als ik het niet doe, snel mijn rechterbeen iets verder naar buiten. Dan wordt er weer iets vast geklikt aan de enkelboeien. Het staat niet echt gemakkelijk zo wijd, dus probeer ik mijn benen weer iets naar binnen te plaatsen, om te merken dat dit niet meer gaat. Ze zijn gespreid door een spreidstang. Ik voel hoe ergens aan getrokken wordt en even later kan ik nog slechts op mijn tenen de grond raken. Ik hang min of meer in de lucht. Open en weerloos. Even laat hij het hierbij. Ik voel de opwinding in mijn maag en buik en weet bijna zeker dat ik weer, of is het nog steeds, vochtig ben. Waarschijnlijk glinsteren mijn schaamlippen. Hij moet het kunnen zien. En als hem dat niet opvalt, dan toch wel mijn tepels. Ik voel dat door de opwinding en angst mijn wangen een hoogrode kleur hebben gekregen, maar dat kan hij niet zien door de zak, gelukkig.

Door een zich verplaatsende luchtstroom voel ik dat hij om me heen loopt. Dan wordt met een ruk van achteren de zak van mijn hoofd getrokken. Geschrokken knipper ik met mijn ogen tegen het felle licht om me heen. Vrijwel meteen wens ik de zak en de relatief veilige duisternis terug. Nu kan ik echt niets meer verbergen. In een poging enigszins terug te keren naar het donker sluit ik mijn ogen. Blijkbaar gunt hij me dat wel want ik voel hoe een soort blinddoek voor mijn ogen wordt geknoopt. Ik keer terug naar de mij inmiddels vertrouwde duisternis, vol spanning wachtend op wat komen gaat. Er gebeurt echter niets en na een tijdje merk ik dat de spanning afneemt en dat ik in een vorm van ontspanning terechtkom. Ik vind een zekere berusting. Ja zelfs rust in mijn huidige penibele en langzamerhand toch ook wel wat pijnlijke situatie. Alsof de weerstand uit me vloeit. Mijn gedachten dwalen steeds verder weg. Gek genoeg denk ik aan dingen die er zijn gebeurd de afgelopen dagen, weken, alsof ik op zoek ben naar de reden van deze situatie. Maar ook gewone alledaagse dingen komen in gedachten langs. Ik moet niet vergeten brood te halen, anders heb ik maandagochtend geen brood meer in huis. Waar zou mijn tas gebleven zijn? Ik ben zo ver weg, dat ik niet in de gaten heb dat hij weer voor me staat. Mijn adem stokt. Een felle pijn in mijn linkertepel haalt me weer terug naar de werkelijkheid. Niet lang daarna voel ik eenzelfde pijn in mijn rechtertepel. Mijn beide tepels zijn nu voorzien van tepelklemmen. Alsof hij dit wil bevestigen, tikt hij er nog even licht tegenaan. Nu kan ik een kreet van pijn niet meer onderdrukken. Meteen zet ik me min of meer schrap voor de gevolgen van mijn kreet. Maar er volgt gelukkig dit keer niets. En weer laat hij me even met rust. Ondanks de pijn, die van een felle pijn toen de klemmen geplaatst werden, overgaat in een zeurende. Maar nog steeds een bijna ondraaglijke pijn, vind ik ook nu weer een soort evenwicht. Wel merk ik dat er naast de pijn in mijn tepels een soort spierpijn door mijn rug, armen en liezen begint te trekken. Het wordt onaangenaam om zo met mijn armen in de lucht te staan en mijn benen wijder dan normaal is. Dit keer laat hij me niet zo lang alleen. Ik hoor hem dit keer wel terugkomen.

Met mijn zintuigen tot het uiterste gespitst voel ik hoe hij met zijn hand heel licht over mijn schaamstreek aait. Ik voel een kriebel opwellen in mijn onderbuik. Hoe kan ik, in deze pijnlijke en ongemakkelijke situatie, nu op dit moment opgewonden raken? Even, nauwelijks merkbaar, raakt één van zijn vingers mijn klit aan. Een siddering gaat door me heen. Opgewonden?, hoor ik hem zeggen. Ik durf niet te antwoorden en hou me stil. Weer een korte stilte. Dan zonder verdere aankondiging voel ik iets kouds op mijn linkerschouder. Ik doe mijn best te bedenken, nee te voelen wat het kan zijn. Geen ijs, want het is niet vochtig. Een voorwerp van metaal denk ik, glijdt langzaam over mijn huid naar beneden naar mijn linkerborst. Ik deins achteruit, zover dat mogelijk is, maar het voorwerp volgt mijn bewegingen moeiteloos, het blijft niet bij mijn borst, maar gaat via mijn navel, waar het een kringetje omheen maakt, verder naar beneden. Ondertussen werken mijn hersenen in razend tempo om te bedenken wat ik voel. Wat is dat voor voorwerp? Dat het van metaal is, dat weet ik nu bijna zeker, want hoe langer het in contact is met mijn lichaam, hoe warmer het wordt. Of beter gezegd hoe minder koud het wordt. Maar wat is het? Een staaf of mijn hersenen blokkeren bij de gedachte aan een mes. Hierdoor merk ik niet dat het voorwerp ondertussen rustig verder naar beneden glijdt en nu op mijn schaamheuvel rust.

Knieën naar buiten, meisje, we gaan plezier maken, hoor ik voor me. Doodsbenauwd duw ik trillend mijn knieën naar buiten. Meteen daarop voel ik hoe het voorwerp weer begint te bewegen. De spanning wordt echter steeds groter en ik probeer achteruit te deinzen, me op de één of andere manier af te wenden, maar ik word tegengehouden door een dwingende hand. Ik kan geen kant op, hoe graag ik dat ook zou willen. Niet veel later voel ik dat het metalen voorwerp tussen mijn schaamlippen naar binnen wordt geduwd. Het voelt koud aan maar neemt snel mijn lichaamstemperatuur aan. Ik bedenk wat het zou kunnen zijn. Voel geen scherpe randen en bedenk dat het een metalen dildo zou kunnen zijn. Ja het moet wel een metalen dildo zijn, De dildo wordt ruw maar toch enigszins voorzichtig door de man in mij bewogen. Ik probeer mij zo stil mogelijk te houden, maar de opwinding kan ik niet onderdrukken. Het tempo wordt door de man opgevoerd. De spanning en opwinding neemt toe en daardoor beginnen mijn buik en bovenbenen echter als vanzelf te trillen. Hoe kan ik nu in deze positie genieten van dit. Maar hoe ik ook mijn best doe, mijn benen beginnen steeds meer te trillen van de inspanning. De dildo wordt door de man in een zelfde tempo in mij bewogen, zonder aandacht te schenken aan het trillen van mijn benen of mijn angstkreetjes, die ik niet meer kan onderdrukken. Maar ik weet dat het geen angstkreetjes zijn het zijn genotkreetjes. Ik besef dat ik dit alles niet veel langer meer zal volhouden. Alles wat ik nog voel is de kwelling van de boeien en de spreidstang, de vermoeidheid in mijn armen, mijn benen, mijn hele lichaam. Ik wil dat hij ophoudt, ik wil dat hij opschiet. Ik wil dat hij doorgaat, doorgaat dat ik mijn orgasme niet meer kan onderdrukken. Ik wil van alles maar ik kan helemaal niets. Ik kan me alleen maar overgeven aan dit alles en laat me dan ook gaan. Ik voel mijn hele lichaam zich spannen door de aankomende orgasme, een orgasme die ik niet meer kan onderdrukken. En kom dan ook heftig klaar.

Na wat een eeuwigheid lijkt, merk ik dat ik eindelijk word losgemaakt. Niet meer in staat mijn ledematen te controleren zak ik hulpeloos in elkaar. Mijn benen en enkels kunnen de last niet meer dragen, ze weigeren dienst. Blijkbaar had de man dit verwacht, want ik word opgevangen en op de grond neergelegd. Nog nooit voelde het zo goed om op de grond te liggen. Moegestreden heb ik niet meer het benul om mijn blinddoek af te doen. Ik voel hoe er een deken over me heen wordt gelegd. Pas op dat moment besef ik dat ik het verschrikkelijk koud heb. Nog steeds lig ik te trillen, niet van spanning maar van de kou. Dan voel ik dat de blinddoek wordt afgedaan en voel dat er twee armen om me heen worden geslagen. Van vermoeidheid kan ik mijn hoofd niet optillen om te kunnen zien wie mij vast houdt, maar probeer met mijn laatste kracht het toch te doen. En dan zie ik dat ik in de ogen van mijn Meester kijk. En dan valt al mijn vermoeidheid en alle spanning van me af omdat ik weet dat dit onder zijn leiding is gedaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten