woensdag 26 augustus 2009

Jezelf

Een klein meisje in de grote wereld,
Een wereld dat van haar te veel verlangt.
Te veel in de zin van voorkomen,
Een netjes uiterlijk,
Rokjes die niet te kort mogen zijn,
Maar ook dat ze voor haar zelf opkomt,
Dat anderen haar zien staan,
Veel mannen zullen haar een bitch vinden.
Ze zullen denken, dat dit meisje precies weet wat ze wil,
En ook altijd krijgt wat ze wil

Maar wat niemand weet, is dat dat meisje,
Dat kleine meisje,
Heel hard haar best moet doen,
Om te gemoed te komen, aan het beeld dat anderen van haar hebben,
Het beeld van die jonge zelfstandige vrouw,
Die vrouw die weet wat ze wil,
En krijgt wat ze wil.
Die jonge vrouw die druk is, het leven te leden,
Zoals ze denkt dat men haar het liefst ziet.

Wat ze hierin vergeet, of nooit heeft mogen leren,
Is dat het niet gaat om al die anderen,
Maar dat het gaat om wie zij is.
Dat ze kan zijn wie ze wil zijn,
Dat ze kan zijn zoals ze wil zijn,
Dat ze zo is, zoals ze is,
Alleen dat al accepteren is al moeilijk genoeg.
Jarenlang is ze geweest zoals ze dacht dat men haar graag zag.

Nu pas, nu pas leert ze dat ze mag zijn zoals ze wil zijn,
Dat ze zichzelf mag zijn,
Dat ze zichzelf kan zijn.
Het is moeilijk,
Het gaat dan ook met vallen en opstaan.
Iemand leuk vinden, maar toch weer denken,
Wat vindt hij van mij.
Telkens weer die onzekerheid,
Onzeker om wie ze is bij hem.

Onzeker om wie ze is bij een ander,
En waarom?
Omdat ze vergeet dat ze is wie ze is,
Ze is zichzelf,
Bij hem, moet ze dan ook zichzelf kunnen zijn.
Weer die teleurstelling,
Vind ik dan nooit de man bij wie ik pas?
Jij past niet bij een man meisje,
De man past bij jou, als jij jezelf kunt zijn bij hem.

Helemaal jezelf, deze jonge vrouw,
Maar ook het kleine meisje,
Hij moet je aan kunnen voelen,
Hij moet bijna kunnen vertellen wat er met je is,
Voor je ook maar iets hebt gezegd.

Je moet weg willen kruipen bij hem,
Je wilt weg kruipen bij hem.
De vlinders in je buik moeten heftig fladderen,
Maar het moeten geen nachtvlinders zijn,
Juist van die kleurige vlinders,
Vlinders die passen bij jou,
Zoals hij bij jou past.
Past hij bij jou, dan pas jij bij hem.

Jezelf zijn in een grote wereld,
Een wereld die veel van je vraagt,
Veel van je verlangt.
Een wereld waarin je nooit hebt geleerd je gevoel uit te spreken,
Een wereld waarin jij je vreemde voelt.

Behalve bij Hem,
Die ene Meneer, die jou jezelf laat zijn,
Die het geduld met je heeft,
Die je leert van jezelf te houden,
Te houden van jezelf om wie je bent
Jij meisje, wie dat meisje is,
Diep van binnen,
Verscholen achter de muur.

Maar hij kan zo door de muur heenlopen,
Waardoor hij steeds kleiner wordt.
Misschien niet zo snel, als hij en zij zouden willen,
Maar wat ze samen hebben,
Is zo bijzonder,
Is niet te beschrijven.
En dat wat ze samen hebben,
Zoeken ze ook bij anderen,
Want wat de Meneer en het kleine meisje samen hebben,
Is bijna compleet,
Alleen de vlinders, de vlinders zijn er niet.

Toch houdt de Meneer ziels veel van het kleine meisje,
En zij, zij houdt ook van hem.
Moeilijk is dat wel voor haar,
Toch weet ze, dat er 1 plek is,
Waar ze kan zijn wie ze wil zijn,
Sterker nog, waar ze mag zijn wie ze is.
En wanneer ze is wie ze is,
Is ze kwetsbaar, enorm kwetsbaar,
Juist dat is zo eng,
Juist dat is waar ze bang voor is,
Om kwetsbaar te zijn.
Wanneer je nooit geleerd hebt,
Om je bloot te geven, is het heel moeilijk,
Om je open te stellen.

Bij Hem kan ze dat,
Want Hij voelt haar aan.
Waren alle mannen maar zo,
Dan was het veel makkelijker.
Wanneer ze gewoon zichzelf is,
Wanneer ze gewoon zichzelf kan zijn,
Wanneer ze gewoon is wie ze is,
Dan komt de rest ook vanzelf…

Voor iedereen kun je wegrennen in het leven,
Dat is makkelijk,
Alleen er is 1 iemand,
Voor wie je nooit kunt vluchten,
Die er altijd is,
Daarom moet je met diegene leren leven

Leven zoals jij dat prettig vindt,
Leven zodat jij gelukkig bent
Met diegene voor wie je nooit weg kunt rennen,
Ben jij zelf

Wees wie je bent,
Wees jezelf
Want met jezelf moet je,
Je hele leven lang
Door dezelfde deur kunnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten